Simon

Wabi-sabi-Inge-Steenmeijer

Over wabi-sabi

Al enige tijd worstel ik met het begrip wabi-sabi en ben benieuwd of ik het in oktober op de ontmoetingsdag wel allemaal begrijp. In fase I heb ik een vertelling geschreven, waarvan ik twijfelde of dit een wabi-sabi vertelling was. Ik ben ermee akkoord gegaan dat mijn stukje als voorbeeld van een vertelling in Vuursteen werd geplaatst. En dan komt nu wabi-sabi fase II.

 

De begrippen vliegen ongecontroleerd door mijn hoofd. De schoonheid van vergankelijkheid. Van het onvolmaakte. Onzegbaar. Wat moet ik ermee?

 

En dan rust mijn blik op de kist die mijn ouders ruim 70 jaar geleden meesjouwden uit het toen vers uitgeroepen Indonesië. Voor mijn ouders Nederlands Indië. Hun vaderland. Het land waar hun hart lag. Waar hun eerstgeboren kind, nog geen vijf jaar, als oorlogsslachtoffer begraven werd. Waaruit zij verdreven werden.

De kist stond altijd centraal in ons gezin. Werd met respect behandeld. Nooit open gemaakt. En staat nu bij mij. Toen na onze vader ook onze moeder overleed, hebben wij, zeven broers en zussen, de kist opengebroken. Zonder enig idee wat we zouden aantreffen. We haalden er speelgoed uit, poppen, autootjes, boekjes, krantenbladzijden, kleding, sandaaltjes, dekens. Maar vooral kregen wij er een broer bij. Tastbaar nu.

 

De letters op de kist zijn aangetast. Ook de spullen die we uit de kist haalden, zijn niet ongeschonden. Maar de herinneringen aan hun kind moeten bij mijn ouders hun leven lang messcherp zijn geweest. Het verdriet te groot om over te praten. Onzegbaar.

 

Binnenkort herdenken wij weer. Op 15 augustus 2023 bij het Indisch Monument.

twee libellen

dan voegt zich plots daarbij

een witte vlinder

Inge Steenmeijer