Depositphoto 69478655
Rouwverwerking met brooddeeg
In het dorp zonder mannen kneden vrouwenhanden
lijfjes, armen, benen. Met stokjes steken zij details:
ogen, vingers, tenen. Zij knijpen met een knoflookpers
slingers haar uit deeg. De tafel raakt vol poppetjes,
hun ogen blijven leeg. Met bloedend hart vormen zij
baby’s, meisjes of een bloemenmand. De meisjes
dragen elk een zoet boeketje in de hand.
De jongste van de vrouwen tart de ongeschreven norm.
Zij kneedt als enige een man, met laarzen, uniform.
Wat geeft ze hem nog meer? Soldatenhanden zijn niet leeg.
Ze aarzelt, kleedt een lucifer met een dun laagje deeg.
Nu heeft ze een geweer, het is nog niet compleet.
Er moet iets in de loop gezet, een bloem, een bajonet.
Ze zweet, begint een roos van reepjes deeg te vouwen.
De vrouwen beven als ze hardop fluistert:
‘In de bloei, de bloei van zijn leven.’
Cora de Vos
Volgende: V2 – Bergman, Vera