Simon

voorbeeld 17

op de begraafplaats

een arduinen zerk ― verweerd

weer niet gereinigd

Het is het graf van mijn grootouders. Opa ontving meerdere decoraties voor zijn inzet tijdens de twee wereldoorlogen. Hij heeft nu een eeuwigdurend graf op de begraafplaats in Willebroek ― dichtbij het beruchte Fort van Breendonk. Naast hem rust mijn lieve, goedlachse, levenswijze oma die hem heeft verzorgd tijdens zijn laatste jaren. Opa was een kordaat beroepsmilitair, een moedig man die zelfs in de beklemmende en doodse loopgraven zijn gedachten en gevoelens op persoonlijke, zelfs poëtische wijze kon verwoorden:

door de velden

gaan de helden, tastend

in den donk’ren nacht

zachte klagend en zich vragend

of hun ginds de dood niet wacht

 

Jan Van de Rijck, 20-O4-1918

Na zo’n grootmoedig leven werd hij bijna zestig. Veel leeftijdgenoten sneuvelden reeds jong, werden menig keer naamloos bijgezet. Je kan zeggen dat hij werkelijk geluk heeft gehad. Het toeval ― en meer bepaald onze reactie hierop ― speelt immers een meer bepalende rol dan we denken, zeker in tijden van oorlog.

 

Alhoewel ik hem nauwelijks heb gekend, koester ik een diepe bewondering voor hem. Ik zit vaak aan zijn eikenhouten bureau en schrijf dan ook menig vers.

 

Nu ik voor het graf van hen beiden sta, met een bloemstuk in mijn handen, heb ik terzijde ervan ook een ander gevoel. Waarom heeft mijn jongere zus de zerk niet gereinigd zoals ze mij elk jaar belooft? Ieder jaar wanneer die ‘1 november’ nadert, zegt ze toe het te zullen doen … het ‘nu’ echt te doen.

 

Misschien neem ik volgend jaar naast het bloemstuk ook schoonmaakmiddelen mee. Voorlopig hou ik het bij mijn rijke herinnering aan hen ― die is puur en volmaakt.

Chris Van de Rijck