Simon

voorbeeld 16

Vanaf rond mijn dertigste bezoek ik oorlogsbegraafplaatsen in Nederland, België, Frankrijk, Spanje; verstilde maar voorgoed sprekende herinneringsvelden voor doorgaans jonge soldaten, hooguit dertig; menigeen anoniem: niet meer te identificeren ― NN.

 

Onlangs schreef ik in een onbewaakt moment een haiku; zo geheel anders van toon, intentie en beleving dan waar ik me op dat moment mee bezighield:

velden met graven

rijen helwitte kruisen

toen, nu ― hoelang nog

Ik hield over de haiku een ‘onduidelijk’ gevoel, hoe geheel eigen de verwoording me ook voorkwam en terugvoerde op het geschokt-zijn ― de ontreddering om gesneuvelden.

///

Tijdens een strandwandeling kwam een haiku van Frieda Gheyssens (van 5 à 6 jaar geleden) in me boven; als uit het niets, onbedoeld. Althans, zo leek het:

vlakte met graven

als resten van een oorlog

de vlag wappert nog

Indertijd was ik diep onder de indruk van dit vers. Nu ineens zie ik dat mijn haiku bijna lineair voortkomt uit haar impressie. Ik verwoord op eigen wijze wat zij zo authentiek weergeeft. Oftewel: twee gelijkgestemde haiku’s dankzij haar vers. Misschien zelfs drie (*):

verzonken graven,

bijna alle overgroeid

door wilde grassen


Masaoka Shiki, 1867-1902

Tevens besef ik dat er, zoals hier in Spanje, nog steeds verzwegen massagraven zijn.

Simon Buschman

(*) Cryptomnesie: je denkt een hoogsteigen inval te hebben, maar deze voert terug op een herinnering aan/van iemand en/of iets, het collectieve. ‘Vergeetboek’, Douwe Draaisma, Historische Uitgeverij, 2010.