Simon

Voorbeeld 3

Windvlagen, slagregens. Een solitaire beuk in het stadspark, dichtbij het verouderd crematorium. Het is herfstig, guur weer. Alom veel verkoudheid. In het zomerdicht gebladerte vallen open plekken.

 

Straks, op het grasveld het schaduwensilhouet van de rijzige stam en het ineengevlochten takken-en-twijgennetwerk. Japans knipwerk, verstild.   

 

Het losgewaaide blad wordt windvlaag na windvlaag voortgestuwd; komt tollend en dansend steeds even tot rust; gaat dan weer duikelen en dansen, jaagt over paden, kleeft in dode hoeken aaneen, struikelt door opengewaaid struikgewas, landt op de parkvijver.

er drijft een blad langs –

hangt hier even stil, lijkt dan

in rook op te gaan

Een allerliefste vriendin stierf. Levenslang alleen: ‘heb een weeffoutje meegekregen’. Van nature opgewekt. Soms somber, mat. Haar vriendenkring ging dan rond haar staan. Tot dat fatale aangereden worden.

 

Zij kreeg een waardig afscheid in het crematorium, ook van collega’s. Thea was er vrijwilligster; zij wordt in haar hand-en-spandiensten vervangen.

Simon Buschman