Simon

Voorbeeld 1a

Onze jongste zoon was een vrolijke baby. Een makkelijke baby ook. Wij probeerden goede ouders te zijn. We verdeelden de zorgtaken. Deze keer was ik aan de beurt om met Benjamin naar het consultatiebureau te gaan. Hij in de draagzak. Wij op de fiets.

 

In de wachtkamer sprak ik een oude kennis die daar zat te wachten met haar vijfde baby al. Zij was eerder aan de beurt. Mijn kleine had plezier om alles en om niets. Ik wist nog niet wat ik zou meemaken en ook niet dat ik dat nimmer zou vergeten. Hij gaat een injectie krijgen in zijn linker bovenbeen.

 

Zijn broek gaat uit. De luier, van katoen, blijft aan. Hij ligt op zijn rug te kirren. Daar komt de verpleegkundige met de injectienaald. Zodra de naald in zijn bovenbeen prikt begint hij meteen te huilen. En exact op het moment dat de naald weer uit zijn been is getrokken, begint de kleine weer te kirren. Hij gaat verder met wat hij deed. Alsof er niets gebeurd was.

 

Wat mooi hoe hij in het nu was en in het nu bleef. Wat een adequate reactie op pijn. En wat een verademing hoe hij reageert op het einde van die gewaarwording. Ik genoot van deze natuurlijke reactie die voor mij nog steeds leerzaam is.

jij kleine baby

de zuster moet jou prikken

jij huilt van de prik

zodra de naald er uit is

is de pijn weg en je speelt

Daniël Kuyper