Simon

voorbeeld-1a-25

Zaterdag
Ik ben verhuisd! Vanmorgen stond ik nog met mijn stiefzusjes in een te krappe emmer op de markt. We hadden veel bekijks maar niemand zag ons echt. Maar nu heb ik een eigen vaas en sta in een vensterbank naast een pannenkoekplant. Ik heb het gevoel dat het leven nu pas echt begint!

 

Zondag
Vanmorgen beroerd wakker geworden. Sinds ik afgesneden ben, heb ik geen moment meer voor mezelf gehad en het water is sindsdien ook niet al te best. Ik weet het niet, maar er ontbrak iets aan, ik had steeds zin in meer maar het was nooit genoeg. Nu sta ik droog en hang over de rand van de vaas, zo futloos ben ik.

 

Dinsdag
Ik voel de punten van mijn bladeren niet meer. De ene krult gek omhoog en de andere is droog en bruin. Ze zijn er dus nog wel. Vreemd genoeg weet ik niet meer hoe het was toen ik ze nog wel voelde.

 

Donderdag
Hoera! Ik sta weer bijna rechtop en voel me geweldig. Ik besta alleen nog maar uit steel en bloem, de rest voel ik niet en doet er ook niet toe. Steel en bloem, bloem en steel, dat is wie ik ben en zal zijn. Water, volgens mij heb ik dat helemaal niet nodig. Licht en deeltjes zijn voor mij genoeg om van te leven. Ik vertelde het net tegen Pannenkoekplant maar die leek het niet helemaal te snappen.

 

Vrijdag
Het licht is enorm fel vandaag, feller dan normaal. Soms lijkt het alsof het plotseling uitgaat, even knippert en dan weer aangaat. Pannenkoekplant fluistert bijna de hele tijd tegen me maar ik kan net niet verstaan wat hij zegt. Soms droom ik van mijn stiefzusjes, zo levensecht alsof ik ze weer aanraak. Ik zweef net boven mijn vaas, draai rond en rond met mijn bladeren wijd uitgespreid, ergens speelt muziek.

Valesca van Diejen