Simon

voorbeeld 1a

Een vogelgevecht;

het zal ergens om gaan, maar:

het blijft anders, van hén —

met de vraag: is er in óns

behoefte aan verzoening?

Dit gedicht van Simon Buschman: die wondere dierenwereld van eten en gegeten worden, voortplanting en territoriumdrift, het instinctieve, ook ietwat adaptieve brein met rudimentair aanpassingsvermogen; uitwisseling in allerlei soorten geluid, een scala aan geuren; de kracht van overlevers. De mens voegt er bewustzijn, zelfbeeld, gevoelens en taal (gesproken en geschreven zoals een brief, essay, gedicht; en bedachte taal, Esperanto) aan toe; en het geweten, ethiek, waarden en normen. Maar die mens zelf, die lukt nog niet zo erg, die komt nogal magertjes uit de verf. Zeker waar het gaat om sámen als gemeenschappen en volkeren wat meer van het leven te maken.

 

Antonio R. Damasio, groot psychoneurowetenschapper, acht ‘het menselijk experiment tot mislukken gedoemd’. Misschien zijn wij al in een wat stuntelend overgangsstadium naar collectieve, zelfwerkzame informatiesystemen die hun eigen werkelijkheid zélf opbouwen. Daarin worden het anorganische, de flora en fauna en de mens overbodig. Dat ‘informatieheelal’ zingt zich er straks (!) losjes uit los. De voortgang lijkt steeds sneller te gaan. Wie weet wanneer Artificial Intelligence een eigen, bepálende, alomvattende nieuwe orde zónder de mens heeft geschapen. Natuurlijk, menigeen gelooft dat (nog) niet. Maar zoals de secularisatie stap voor stap voortgaat, zal de zekerheid dat de mens ‘blijft’ zienderogen afnemen. Tot het omslagpunt, het uur U.

Intussen gebeurt er van alles, mooi en verschrikkelijk; doen we aan wetenschap, minder aan menslievendheid; gooien we spijkerbommen. Religies en ideologieën bloeien op, takelen af; menigeen mishandelt zijn ouders, anderen bemoedigen, troosten een doodziek kind. En — het is goed om meer stil te staan bij het fenomeen ‘onze vergankelijkheid’, in je eigen en elkaars leven, ook als menselijk gebeuren. Immers, het is ons onafwendbaar lot in deze ontregelde wereld die transformeert naar één allesbepalend ‘infosysteem’ ― de kunstmatige (objectieve) intelligentie.

 

Sinds ik in langdurige psychiatrie zit, kan ik er op goede momenten rustig over nadenken; een voordeel; en dat doet goed.

Theo Fransen