Simon

lectuur-16

16 – De eenvoud van wabi-sabi – Erik Heijerman

Het heeft iets paradoxaals om een poging te doen wabi-sabi uit te leggen of te verklaren. Want wabi-sabi is niet eenvoudig in woorden te vangen. Als je het reduceert tot enkele formules of catch phrases vernietig je de essentie van waar het om gaat. Sommigen denken zelfs dat de onuitsprekelijkheid een van de karakteristieken van wabi-sabi is: wabi-sabi is als het ware ‘onvolledig’, niet geheel transparant, een doel in zichzelf dat nooit geheel gerealiseerd kan worden. Veel Japanners zullen zeggen dat ze het gevoel van wabi-sabi zeker kennen, maar er zijn er maar heel weinig die het begrip nader kunnen articuleren. Wabi-sabi wordt niet op een intellectuele manier, als een systematische ideologie begrepen en overgedragen. De eerste Japanners die zich met wabi-sabi bezighielden (theemeesters, priesters en monniken) beoefenden ook Zen, en het anti-rationalisme daarvan geldt ook voor wabi-sabi: ‘Zij die weten zeggen het niet; zij die het zeggen weten niet’.

 

Toch heeft de Amerikaanse ontwerper Leonard Koren – opgeleid als architect – als relatieve buitenstaander een mooie poging gedaan om te formuleren wat wabi-sabi is. Hij werd er in de jaren ’60 van de vorige eeuw door gegrepen, en vond in wabi-sabi een tegenwicht tegen de Amerikaanse, zakelijke esthetiek van het modernisme, zowel ten aanzien van objecten, als de wereld van de design en de vormgeving van de ruimte. Hij schreef er twee fraai uitgegeven boekjes over: Wabi-Sabi for Artists, Designers, Poets & Philosophers (1994, 2008) en Wabi-Sabi. Further Thoughts (2015). Wabi-sabi is op zijn minst een specifiek soort schoonheid, en op zijn meest een levenswijze. Hieronder vat ik een aantal gedachten uit met name het eerste boek samen, in de hoop dat deze wat meer licht werpen op het begrip wabi-sabi. Het tweede boek gaat vooral nader in op de geschiedenis van het samengaan van wabi en sabi, oorspronkelijk twee verschillende begrippen, maar ook op de plaats van wabi-sabi in de hedendaagse wereld.

 

De esthetiek van wabi-sabi

 

Wabi-sabi is tegenwoordig een zeer gangbare term in Japan. In publicaties kom je bijna altijd de volgende karakteriseringen tegen:

 

– wabi-sabi is de schoonheid van onvolmaakte, vergankelijke en onvolledige dingen

–  het is de schoonheid van bescheiden en nederige dingen

–  het is de schoonheid van onconventionele dingen

 

In elk van deze karakteriseringen komt het woord ‘schoonheid’ voor. Wabi-sabi is dan ook een esthetisch universum en een esthetische levenshouding tegelijk. In zijn boeken probeert Koren wat dieper te graven, de net genoemde punten nader uit te werken, en het geheel, het holisme van wabi-sabi te vangen in een betekenisvol systeem (zoals hij het zelf noemt). Hij gaat daarbij ook in op de geschiedenis van het begrip.

 

Daar besteed ik hier nu verder geen aandacht aan, behalve dit: oorspronkelijk hadden wabi en sabi verschillende betekenissen. ‘Sabi’ sloeg vooral op materiële objecten, het uitwendige en objectieve, en stond voor kil, schraal, verschrompeld. ‘Wabi’ had meer betrekking op een levenshouding, een spirituele weg, het innerlijk en het subjectieve. Het stond voor de ellende van een eenzame man in de natuur, in een moedeloze en troosteloze emotionele staat. Rond de 14de eeuw kregen de begrippen echter een positievere inhoud. Eenzaam en ascetisch leven werd juist beschouwd als kans om spirituele rijkdom te verwerven, onbetekenende details uit het dagelijks leven te leren waarderen, en oog te krijgen voor de schoonheid van wat onopvallend is en normaal over het hoofd gezien wordt. Tegenwoordig lopen de begrippen wabi en sabi door elkaar, en worden ze meestal samen gebruikt, als een geheel.

 

Wabi-sabi en het modernisme

 

Soms krijg je het best zicht op een begrip als je het contrasteert met een ander. Dat doet Koren ook, als hij eigenschappen van het door hem verguisde modernisme vergelijkt met wabi-sabi. De belangrijkste vat ik samen in de volgende tabel:

 

Modernisme

Wabi-sabi

Vooral zichtbaar in het publieke domein

Vooral zichtbaar in de privésfeer

Logische, rationele wereldbeschouwing

Intuïtieve wereldbeschouwing

Zoekt universele oplossingen

Zoekt idiosyncratische oplossingen

Massaproductie

Het individuele object

Geloof in vooruitgang

Er is geen vooruitgang

Toekomstgericht

Gericht op het heden

Romantiseert technologie en machines

Romantiseert de natuur

Geometrische organisatie van vormen (scherpe en precieze vormen en randen)

Organische organisatie van vormen
(zachte, vage vormen en randen)

De doos als metafoor (rechthoekig, precies, gesloten)

De vaas als metafoor (vrije vorm, aan de bovenkant open)

Geproduceerde materialen

Natuurlijke materialen

Moet in goede staat blijven

Mag degenereren en slijten

Hoe zuiverder, hoe beter

Verwering verhoogt de zeggingskracht

Geen meerduidigheid of contradicties

Meerduidigheid en contradicties toegestaan

Gericht op permanentie

Alles heeft zijn tijd

 

Een esthetisch universum

 

Hierboven zagen we hoe wabi-sabi door Koren een esthetisch universum wordt genoemd. Dat universum wordt door hem gekarakteriseerd met behulp van verschillende elementen: een metafysische basis, spirituele waarden, een geestesgesteldheid, ethische voorschriften, en materiële kwaliteiten. Ik vat ze een voor een samen.

 

1.  Metafysische basis

De dingen ontstaan uit het niets, of keren tot het niets terug. Een reiziger ziet dat de avond valt, en hij heeft onderdak nodig. Hij ziet riethalmen staan, bundelt ze en maakt zo een hut voor de nacht. ’s Morgens breekt hij de hut weer af en verdwijnt. Slechts enkele gebroken halmen herinneren aan de overnachting, en natuurlijk de herinnering aan de hut in de geest van de reiziger. Er resten slechts delicate sporen, op de grens van het niets – wabi-sabi in zuivere vorm.

 

2. Spirituele waarden

De eerste spirituele waarde: waarheid en wijsheid komen voort uit het observeren van de natuur. De Japanners probeerden de natuur zo goed mogelijk te beheersen, maar konden lang niet altijd opboksen tegen de droogte en de hitte, de aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen, branden enz. Millennia van omgaan met de natuur leverden drie levenslessen voor wabi-sabi op:

 

i) Alles is vergankelijk, zelfs de harde rotsen, de planeten en de sterren, maar ook immateriële dingen zoals reputatie, historisch bewustzijn, grote kunst en literatuur.

ii) Alles is onvolmaakt, zelfs de scherpe rand van een scheermesje vertoont microscopisch kleine oneffenheden.

iii) Alles is onaf of onvolledig. Wanneer is een plant volledig. Als hij bloeit? Als hij zaad draagt? Als de zaden uitlopen? Wabi-sabi kent geen volledigheid, geen dingen die helemaal ‘af’ zijn.

 

De tweede spirituele waarde: grootsheid bestaat in de onopvallende details, dingen die je makkelijk over het hoofd ziet. Dit staat in groot contrast met de Westerse waarden van het monumentale en spectaculaire. Het gaat niet om de plant in zijn volle glorie, maar om wat hij is als hij pas net begint te groeien, of als hij aan het verdorren is. Om het kleine en het onopvallende te zien, moet je tijd nemen, geduldig zijn en heel nauwkeurig kijken.

 

De derde spirituele waarde: het lelijke heeft juist een bijzondere schoonheid. Voor de rijke samurai en aristocraten die de theekunst beoefenden, was de Japanse boerenhut – waar het wabi-sabi theehuis op werd gemodelleerd – maar een miserabel onderkomen. Toch kon die een uitzonderlijke schoonheid aannemen, als je er maar het goede oog voor had.

 

3. De geestesgesteldheid van wabi-sabi

Deze bestaat in het accepteren van dat wat onontkoombaar is, en het aanvaarden van de kosmische orde. Wabi-sabi betekent dat je je verzoent met de vergankelijkheid van het leven, met het feit dat van een schitterend landhuis alleen de verweerde fundamenten over zijn, overgroeid met mos. Wabi-sabi spoort ons aan onze eigen sterfelijkheid en de vergankelijkheid van de dingen te overdenken en te accepteren. De geestesgesteldheid van wabi-sabi kan het beste in poëzie worden uitgedrukt, zoals in dit gedicht van Fujiwara no Teika (1162-1241)

 

i) Overal rondom ons, geen bloemen in bloei
ii) Noch esdoornbladeren in gloed

iii) De eenzame hut van een visser
iv) Op de kust in de schemering

v) Van deze herfstavond

vi) (Koren, pag. 55, mijn vertaling uit het Engels, EH)

 

4. Ethische voorschriften van wabi-sabi

Hoe moeten we handelen? Wabi-sabi suggereert twee ethische regels: doe alles weg wat onnodig is, en focus op wat intrinsiek waardevol is. ‘Materiële armoede, spirituele rijkdom’ is een typisch wabi-sabi-gezegde. Zie af van rijkdom, status, macht en luxe. Het is belangrijk te weten wanneer je keuzes moet maken, maar ook wanneer je van keuzes moet afzien en de dingen moeten laten zoals ze zijn. Het gaat precies om het delicate evenwicht tussen het plezier dat we krijgen door dingen te hebben en het genot dat je ten deel valt als je vrij bent van bezit. Modder, papier en bamboe kunnen meer waarde hebben dan goud, zilver en diamanten.

 

5. De materiële kwaliteiten van wabi-sabi

Wabi-sabi-dingen laten het bevriezen van de tijd zien. Ze zijn gemaakt van materiaal dat kan slijten door het weer of menselijk gebruik. Roest, vlekken, verkleuring, krimpen, kneuzingen, deuken enz. zijn allemaal tekenen van gebruik en misbruik. Wabi-sabi-dingen vertonen onregelmatigheden, ze zien er raar uit, merkwaardig of verwrongen, zoals een glazen vaas die na een val weer aan elkaar gelijmd is. Het gaat meestal om kleine dingen, die je vragen: kom dichterbij, raak me aan, ga een relatie met me aan. Ze zijn intiem, zoals een wabi-sabi-theehut, met een laag plafond, smalle ramen, kleine ingang en gedempt licht. Binnen krijgt elk object een betekenis die omgekeerd evenredig is met zijn omvang.

 

Wabi-sabi-dingen zijn onpretentieus, komen niet in een museum terecht, de maker ervan is onzichtbaar of anoniem. Ze zijn aards, en voelen ook zo aan: eerder een ruw dan een glad oppervlak. Wabi-sabi-dingen nemen oneindig veel tinten grijs en bruin aan, vooral in de vroege ochtend of bij het vallen van de avond. Eenvoud is waar het allemaal om gaat, zoals bij de theeceremonie, beschreven door Rikyu: haal water, verzamel hout, kook het water, bereid de thee, en schenk het aan de aanwezigen. Maar eenvoud is niet altijd eenvoudig: hoe besteed je aandacht aan al de noodzakelijke details zonder overdreven ijverig over te komen? Hoe bereik je eenvoud zonder dat de verveling toeslaat? Volgens Koren valt de eenvoud van wabi-sabi het best te omschrijven als een staat van genade die je overkomt door een sobere, bescheiden en doorleefde intelligentie, waarvan de belangrijkste strategie een zuinig gebruik van middelen is: beperk je tot de essentie, maar laat de poëzie intact.

 

Erik Heijerman

 

Literatuur:

Leonard Koren, Wabi-Sabi for Artists, Designers, Poets & Philosophers, Point Reyes, California: Imperfect Publishing, 1994/2008.

Leonard Koren, Wabi-Sabi. Further Thoughts, idem, 2015.

Vorige: Info 15 

Volgende: info 17