Simon

De schoonheid van het imperfecte – een paradox?

De schoonheid van het imperfecte – een paradox?

 

Wat is wabi-sabi? Toen ik gevraagd werd om daar op de Haiku-ontmoetingsdag een korte inleiding over te geven, heb ik geaarzeld of ik daarop in zou gaan. Ik had namelijk nog nooit van wabi-sabi gehoord en het is bovendien een Japans begrip, een begrip uit een cultuur waar ik niet uit afkomstig ben. Wie ben ik dan als westerling om te gaan uitleggen wat wabi-sabi is?

 

Ik had daar een beetje een paradoxaal gevoel over. Ik ben eens gaan zoeken naar wat de Japanners er zelf over zeggen, en die mogelijkheid werd mij geboden door een BBC documentaire uit 2009, ‘In Search of Wabi-Sabi’. Net als Socrates in Athene gaat Marcel Theroux in deze documentaire in Tokyo de markt op om mensen te ondervragen over de betekenis van wabi-sabi. De meeste mensen kijken een beetje verwonderd op, alsof ze zich afvragen: heb ik die woorden wel eens eerder gehoord, of: wat was dat ook al weer? Er is niemand die een antwoord weet te geven. Slechts één zegt: ‘wabi-sabi is Japanese heart’.

 

In Japan kom je dus blijkbaar niet zoveel verder als je wilt weten wat wabi-sabi is, en het paradoxale gevoel dat ik had werd alleen maar groter. Nu is een paradox volgens de Van Dale een ‘schijnbare tegenstrijdigheid’, zoals bij de paradox van Zeno over Achilles die de schildpad nooit kan inhalen. De schildpad krijgt een voorsprong op de atleet Achilles, maar telkens als die aankomt op de plek waar de schildpad net was, is de schildpad alweer een eindje verder, en dit proces gaat tot in het oneindige door:

  

We weten natuurlijk allemaal dat dit onzin is. De conclusie lijkt wel juist, maar is het niet, omdat er iets mis is met de redenering (het kostte vele eeuwen totdat exact kon worden uitgelegd wát). Wat ik hiermee wil zeggen is dat het dus wel een tegenstrijdigheid kan lijken dat ik als niet-Japanner het begrip wabi-sabi ga uitleggen, maar dat het best zo zou kunnen zijn dat die conclusie fout is omdat de achterliggende redenering fout is. Die redenering luidde dat je als westerling niet in staat bent om een Japans begrip uit te leggen. Maar toen ik het internet opging en op zoek ging naar uitleg over wabi-sabi, kwam ik juist heel veel websites over dat begrip tegen, vrijwel allemaal geschreven door niet-Japanse, westerse mensen. Het lijkt dus wel degelijk te kunnen! Een voorbeeld is het online webmagazine Holistik, dat wabi-sabi zelfs als basis heeft. Toen ik het opzocht kreeg ik het volgende te zien:

 

 

Over paradoxen gesproken! Eerst zeggen dat wij verrimpelen met het klimmen der jaren en dat we dat als een natuurlijk proces moeten accepteren, dat ons diepte, karakter en echtheid verleent, en pal daaronder een advertentie toelaten over een anti-aging crème. Zo wordt wabi-sabi niet alleen geromantiseerd maar bovendien gekoloniseerd en in de wereld van de commercie geïncorporeerd. Er blijven alleen maar enkele aansprekende, oppervlakkige slogans over als basis voor een ‘nieuwe levensfilosofie’, zoals het op de website heet. Van deze manier van doen zijn helaas vele voorbeelden te geven. Wabi-sabi in twaalf levenslessen, zoals in Women’s Health Magazine of Happinez, – zo simpel kan het toch niet zijn!

 

Kan het serieuzer? Ja, dat kan, en dan denk ik aan het boek van Leonard Koren: Wabi-Sabi for Artists, Designers, Poets & Philosophers.[i] Koren werd in de jaren ’60 van de vorige eeuw door wabi-sabi gegrepen, en vond er een tegenwicht in tegen de Amerikaanse, zakelijke esthetiek van het modernisme, zowel ten aanzien van objecten, als de commerciële wereld van de mode en het design, alsook de architecturale vormgeving van de ruimte. Hij laat zien dat het bij wabi-sabi vrijwel altijd gaat om drie karakteristieken:

 

        de schoonheid van onvolmaakte, vergankelijke en onvolledige dingen

        de schoonheid van bescheiden, nederige en zelfs lelijke dingen

        de schoonheid van onconventionele dingen

 

Drie keer schoonheid, een esthetisch universum dus, zoals Koren het noemt, maar wel op een voor Westerlingen paradoxale manier: volmaaktheid, grootsheid, monumentaliteit, symmetrie, en andere typische westerse esthetische idealen spelen namelijk geen rol. Op de achtergrond van dit esthetische universum bevinden zich weer drie andere filosofische principes, die meer met een bepaald levensbesef te maken hebben:

 

        alles is vergankelijk

        alles is onvolmaakt

        alles is onaf of onvolledig

 

Als we deze karakteriseringen overzien, is het denk ik niet zo gek dat ik dacht dat toen ik die vork langs de weg zag liggen, dat dit een prachtig voorbeeld van wabi-sabi was.

 

 Die vork is maar een bescheiden ding, liggend op straat, vertrapt en gedeformeerd. Hij toont de vergankelijkheid van de objecten die ons omringen. Hier zijn nog een paar stills uit de documentaire van Marcel Theroux, met Japanse voorbeelden van wabi-sabi dingen: enkele vazen uit de 16de eeuw, die je kunt bewonderen in het Nationaal Museum in Tokyo. Ze drukken onvolmaaktheid, asymmetrie, sereniteit en eenvoud uit.

 

 

Maar wabi-sabi is nog veel meer. Het wordt traditioneel heel vaak geassocieerd met de theeceremonie,

 

of met de haiku, waarin de herfst vaak een
belangrijk thema is,

  

 en met de Japanse tuinen. Al deze dingen hebben iets te maken met wabi-sabi.

 

Zijn we er nu, met al deze voorbeelden? Marcel Theroux probeerde het uit bij het gezin waar hij in Tokyo te gast was. Hij had net als ikzelf ook foto’s gemaakt waarvan hij dacht dat ze wabi-sabi waren. Toen hij ze aan het gastgezin presenteerde, antwoordde zijn gastheer vriendelijk: ‘They have wabi-sabi, yes’. Maar hij gaf direct daarna toe dat dat eigenlijk een beleefdheidsfrase was, met andere woorden: de dingen op de foto’s hebben wel iets van wabi-sabi, maar ze raken nog niet echt de kern van wabi-sabi.

 

Marcel Theroux zoekt het met zijn ogen in de objecten, in de uiterlijkheid, maar zoals de gastheer zegt: ‘Wabi-sabi is in our soul’, wat lijkt op de frase die ik eerder citeerde: ‘Wabi-sabi is Japanese heart’: je moet het in je ziel zoeken, het is een geestesgesteldheid, een beleving, een gevoel. Met de voorbeelden die ik gegeven heb, heb je wabi-sabi dus nog niet te pakken.

 

Hetzelfde moeten we denk ik concluderen met betrekking tot pogingen als die van Leonard Koren, die het esthetische universum van wabi-sabi als een systematisch geheel probeert samen te vatten. Dat ziet er als volgt uit:

 

Ik ga daar hier nu niet verder op in, want waar het me om te doen is, is dat in mijn ogen alle pogingen om wabi-sabi te vangen met oneindig veel voorbeelden en steeds meer karakteristieken en systematische onderscheidingen, gedoemd zijn om te mislukken. Het lijkt enigszins op de poging van wiskundigen aan het einde van de 19de eeuw om alle waarheden van de wiskunde te vangen in een formeel systeem van symbolen.

 

Kurt Gödel bewees in de jaren ’30 van de vorige eeuw dat dat principieel onmogelijk is. Hij bewees dat de rekenkunde onvolledig is, zoals dat heet: er zijn meer waarheden dan je kunt bewijzen. De diepgang van dit inzicht is alleen te bevatten voor iemand die zich grondig in de logica heeft verdiept en het formele systeem van de rekenkunde begrijpt. Een reactie als ‘Dat wist ik allang, dat is toch een open deur! Natuurlijk is er meer tussen hemel en aarde dan je met de wetenschap kunt bewijzen’ slaat helaas volledig de plank mis. Om een heel klein tipje van de sluier op te lichten vermeld ik hier dat de kern van Gödels bewijs de leugenaarsparadox is (‘ik lieg’), waarvan de essentie het verschijnsel van de zelfreferentie is. ‘Ik lieg’ is een uitspraak die verwijst naar zichzelf, net als de handen bij Escher die elkaar tekenen:

 

 

Het gaat te ver om dat hier nader uit te leggen, maar belangrijk is te constateren dat de leugenaarsparadox een nog krachtiger paradox is dan die van Achilles en de schildpad. Want bij de laatste hadden we weliswaar een tegenstrijdige conclusie, maar dat was omdat de redenering een fout bevatte.

Bij de leugenaarsparadox hebben we echter een redenering waar geen speld tussen te krijgen is, op het eerste gezicht niet en op het tweede gezicht ook niet, en toch levert die redenering een contradictie op: als je de waarheid spreekt, dan is het dus waar wat je zegt en lieg je, maar als je liegt dan is het niet waar je zegt, lieg je dus niet maar spreek je de waarheid.

 

Mijn stelling is dat er ook zoiets is als een onvolledigheidsstelling voor wabi-sabi. Hoeveel pogingen je ook doet om te formuleren wat wabi-sabi is, dat begrip zal zich uiteindelijk altijd onttrekken aan pogingen haar te definiëren.

 

Dat betekent, zoals iemand in de BBC-documentaire enigszins paradoxaal zegt, dat áls je wabi-sabi zou kunnen definiëren, het geen wabi-sabi is. Dat lijkt een beetje op het mechanisme in de leugenaarsparadox. Dat dit zo is, komt denk ik door het feit dat wabi-sabi uiteindelijk in de ziel gezocht moet worden. Maar dan wel in de Japanse ziel, die ten diepste geworteld is in het Zenboeddhisme. De westerse ziel wil begrijpen met woorden, Zen wil tot een woordeloos inzicht komen, maar paradoxaal genoeg gebruikten de zenmeesters daarbij toch woorden. Deze koans, raadselachtige en paradoxale puzzels, zijn bedoeld om je zo aan het denken te zetten dat je dat denken uiteindelijk achter je laat en voorbij de taal de Verlichting bereikt. De monnik Mumon verzamelde er in de 13de eeuw 48, en voorzag elke koan van een commentaar en een kort gedicht. Een voorbeeld:

 

Koan:

 

Sjoezan stak zijn korte staf op en zei: ‘Als je dit een korte staf noemt, ontken je zijn realiteit. Als je dit geen korte staf noemt, ga je aan het feit voorbij. Wat wil je dit dan noemen?’

 

Commentaar:

 

Als je dit een korte staf noemt, ontken je zijn realiteit. Als je dit geen korte staf noemt, ga je aan het feit voorbij. Het kan niet worden uitgedrukt met woorden en het kan niet worden uitgedrukt zonder woorden. Zeg vlug wat het is.

 

Gedicht:

           

De korte staf opstekend

            Gaf hij bevel tot leven of dood

            Positief en negatief verweven

            Zelfs Boeddha’s en patriarchen ontkomen niet aan dit verwijt.[ii]

 

De koan is mooi van toepassing op de foto’s die Marcel Theroux aan zijn gastheer toonde. Als de gastheer had gezegd dat die wabi-sabi waren, dan had hij de realiteit van wabi-sabi, die veel omvattender is dan de foto’s laten zien, ontkend; maar als hij ze geen wabi-sabi had genoemd, dan zou hij zijn voorbijgegaan aan het feit dat er toch wel iets van wabi-sabi in die foto’s aanwezig was. Woorden leiden tot enige waarheid, maar niet tot de volledige waarheid, net als een formeel wiskundig systeem niet tot de volle waarheid kan leiden.

 

In het gedicht was sprake van ‘positief en negatief verweven’, en dat doet denken aan de tekeningen van Escher, bijvoorbeeld ‘Verbum’:


  

Zwarte en witte vogels, kikkers en vissen, – ze gaan allemaal in elkaar over. Het onderdrukken van taal en logica, van dualistisch denken, is essentieel voor het bereiken van Verlichting, het is de essentie van Zen en daarmee van wabi-sabi. Al de onderscheidingen die Koren in zijn boek maakt zijn relatief en gaan in elkaar over, de kern van wabi-sabi raak hij er uiteindelijk niet mee.

 

Wie goed kijkt ziet in de centrale vlek van de tekening het woord VERBUM centraal staan, zij het heel schimmig. Is het een symbool voor de staat van Verlichting, waarin alle tegenstellingen vervaagd zijn? Wat als we de woorden WABI-SABI nu eens in dat middelpunt zouden zetten? Zouden we dan niet een mooi beeld hebben voor de conclusie dat wabi-sabi uiteindelijk een onzegbaar mysterie is, alleen toegankelijk voor degene die alle pogingen om te definiëren wat het is achter zich heeft gelaten, alle dualisme te boven is gekomen en de Weg van Zen is gegaan? Dat is een lange weg die veel tijd kost, iets heel anders dus dan wat we op al die oppervlakkige websites over wabi-sabi tegenkomen. Alleen een veelvuldige, door ingewijden begeleide ervaring met wabi-sabi-momenten of -situaties kan je misschien in de buurt brengen van het woordeloze begrijpen ervan.

 

Marcel Theroux gaat aan het einde van de documentaire dan ook niet voor niets een Zenklooster in, om iets aan den lijve te gaan ervaren. Of we als westerlingen ooit echt zullen begrijpen wat die monniken ervaren is zeer de vraag. Vergelijk het met de omgekeerde situatie dat een Japanner probeert te begrijpen wat bevindelijkheid is, het religieuze gevoel dat kenmerkend is voor de zeer orthodoxe protestantse gelovigen in ons land. De Japanner kan er zich uitgebreid in verdiepen, kerkdiensten bezoeken, alle relevante feiten tot zich nemen, zich in zwarte kleren hijsen, de bijbel lezen en proberen zich te verplaatsen in deze orthodoxe gelovigen. Maar het is zeer twijfelachtig of hij zich het specifieke, onvervreemdbare subjectieve perspectief ooit echt eigen kan maken. Zelfs de meeste Nederlanders kunnen dat al niet.

 

Het filosofische punt dat hier speelt is geformuleerd in het beroemde artikel ‘What is it like to be a bat’ uit 1974 van Thomas Nagel. Kunnen wij ons voorstellen wat het is om een vleermuis te zijn? Volgens hem is het antwoord nee, om de simpele reden dat wij geen vleermuis zijn. Wij hebben niet de subjectieve dagelijkse ervaring van het leven van een vleermuis. We kunnen ons hoogstens misschien voorstellen wat het voor ons zou zijn om een vleermuis te zijn, maar nooit wat het voor een vleermuis is om een vleermuis te zijn. Nagel probeert met dit voorbeeld duidelijk te maken dat ook ieder mens zijn eigen onvervreemdbare subjectieve perspectief heeft, dat ontoegankelijk is voor de ander.

 

Misschien kunnen we ons voorstellen wat het voor ons zou zijn om persoon X te zijn, maar we kunnen ons niet voorstellen wat het voor persoon X is om X te zijn. Ik denk dat zoiets ook voor culturen geldt, en dat we ons analoog hieraan misschien een beetje kunnen voorstellen wat wabi-sabi voor ons is, maar dat het zeer twijfelachtig is of wij ons ooit kunnen voorstellen wat wabi-sabi voor een Japanner is, die van jongs af vertrouwd is met dat begrip – met als gevolg dat we nooit zeker zullen weten of als wij het over wabi-sabi hebben, dat wel echt wabi-sabi is. We zullen daarom voorzichtig met dat begrip moeten omgaan, het ons niet te snel moeten toe-eigenen, en zeker niet voorwenden dat we het wel begrijpen. Daarom laat ik graag nog één keer een zenleraar aan het woord:

 

Josjoe vroeg de leraar Nansen: ‘Wat is de ware Weg?’

Nansen antwoordde: ‘Alledaagse Weg is de ware Weg.’

Josjoe vroeg: ‘Kan ik hem bestuderen?’

Nansen antwoordde: ‘Hoe meer je studeert, des te verder raak je van de Weg af.’

Josjoe vroeg: ‘Als ik hem niet bestudeer, hoe kan ik hem dan kennen?’

Nansen antwoordde: ‘De Weg behoort niet tot dingen die gezien worden, evenmin tot dingen die niet worden gezien. Hij behoort niet tot dingen die gekend worden: evenmin tot dingen die niet worden gekend. Zoek hem niet, bestudeer hem niet en noem hem niet. Wil je jezelf erop vinden, open dan jezelf wijd als de lucht.‘ [iii]

 

 


[i] Leonard Koren, Wabi-Sabi for Artists, Designers, Poets & Philosophers, Point Reyes: Imperfect Publishing 1994/2008.
[ii] Geciteerd uit Douglas Hofstadter, Gödel, Escher, Bach: een Eeuwige Gouden Band. Amsterdam: Contact 1988 pag. 292-293.
[iii] Hofstadter a.w., pag. 293